De derwisjen behoren tot een mystieke orde in het soefisme. Zij vormen een broederschap die teruggaat naar hun grote spirituele leraar, dichter en mysticus Rumi (13e eeuw). Wij kennen hen vooral als mensen die in hun klokvormige witte gewaden eindeloos om hun as draaien - een vorm van toewijding en gebed.

Muziek van de rietfluit, de Ney, speelt hierbij een belangrijke rol. De Ney vertolkt de klank van heimwee, het verlangen terug te keren naar huis, naar haar oorsprong. Een natuurlijke rietstengel wordt niet zomaar een fluit. Daarvoor wordt het bewerkt, knoesten verwijderd en er worden luchtgaten ingesneden. Je zou het kunnen vergelijken met de weg van de mens. En met dit instrument kan de adem van de fluitspeler op een eigen manier er doorheen klinken. Of zoals Leonard Cohen in zijn hymne zong: There is a crack in everything, that's how the light gets in.

Zoals de gaten in de fluit en de cracks de openingen vormen waar de melodie of het licht doorheen kan komen, zo is ons dagelijks leven de ingang om contact te maken met het wezenlijke in ons. En omdat dit principe in de kunst, in mythes en verhalen en ook in Kum Nye zo prachtig vertolkt wordt vormen zij de ingang van deze bijeenkomsten.

Je bent van harte welkom!